doen watertanden (v) (voedsel) | ser de dar água na boca (v) (voedsel) |
doen watertanden (v) (algemeen) | tentar (v) (algemeen) |
doen watertanden (v) (algemeen) | ser de dar água na boca (v) (algemeen) |
doen watertanden (v) (voedsel) | fazer a boca de alguém aguar (v) (voedsel) |
doen watertanden (v) (voedsel) | dar água na boca (v) (voedsel) |
doen watertanden (v) (algemeen) | instigar (v) (algemeen) |
doen watertanden (v) (algemeen) | dar água na boca (v) (algemeen) |
doen watertanden (v) (algemeen) | fazer a boca de alguém aguar (v) (algemeen) |